arrow_righticon_playlogo_icons1logo_icons2logo_icons3medewerker_icons
hunters-race-408744-unsplash

Stress en burnout voorkomen? Kies voor een Scientific Chief Happiness Officer

Steeds meer Nederlanders hebben werkgerelateerde stress- en burnoutklachten. Dit blijkt uit het rapport ‘De Sociale Staat van Nederland’ dat het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in september 2018 heeft gepubliceerd. Zo voelde in 2016 maar liefst 39 procent van de Nederlanders zich ‘opgejaagd’. In 2006 was dat nog 31 procent. Recenter onderzoek van het TNO laat zien dat maar liefs 1,3 miljoen Nederlanderse werknemers burn-out klachten ervaren. Het is dan ook niet verrassend dat steeds meer bedrijven een zogenaamde Chief Happiness Officer (CHO) aannemen om de gezondheid en het geluk van hun medewerkers te verbeteren.

Het iswellicht aardig om dit uit Amerika overgewaaide nieuwe beroep eens onder de loep te nemen. Worden werknemers echt gelukkiger als organisaties een CHO in de arm nemen? Biedt het een oplossing tegen deze stress- en burnoutklachten? En wat is de rol van de wetenschap?

Maakt een hond op de werkvloer gelukkig?

Brandpunt+ besteedde afgelopen april aandacht aan het onderwerp met een aflevering over de opmars van de CHO’s. In de uitzending stond het aanschaffen van een hond voor op de werkvloer centraal. Bij Google zijn ze al jaren welkom en ook op veel andere plekken nemen mensen steeds vaker hun viervoeters mee naar het werk. Een kantoorhond zou zorgen voor een betere werksfeer, minder stress en een ijsbreker in gesprekken met collega’s. En wat te denken van de pingpong- en voetbaltafels in de kantine. Als tegen vier uur de gevreesde middagdip optreedt, hebben medewerkers de mogelijkheid hun energie een boost te geven met een spel. Dit soort initiatieven zijn er steeds vaker, maar treffen zowel voor- als tegenstanders. De tegenstanders vragen zich af of er nog wel genoeg gewerkt wordt. Waarom zou een werknemer zijn tijd steken in het knuffelen van honden of het spelen van spelletjes, terwijl er bergen werk te verzetten is?

Toch is er veel voor deze concepten te zeggen. Onderzoek laat keer op keer zien dat handelingen gericht op het aangenamer maken van het werk onder de streep wel degelijk resultaat opleveren. Voor de werknemer, maar ook voor de organisatie. Werknemers zitten beter in hun vel, wat leidt tot meer productiviteit en creativiteit op het moment dat ze wél werken. Bovendien komen medewerkers op een positieve manier met elkaar in contact met als resultaat dat ze beter met elkaar samenwerken. Daarbij zijn gelukkige medewerkers betere ambassadeurs van je organisatie en last but not least zijn ze ook nog minder vaak ziek. Werkgeluk is daarmee een krachtig preventief middel in de strijd tegen stress en burnouts.

Betekent dat dat we allemaal massaal aan de kantoorhond moeten? Zeker niet. Dat deze initiatieven in korte tijd zo populair zijn geworden, is vooral een teken van hoe groot het probleem is. Bedrijven zitten met hun handen in het haar en hopen met dergelijke initiatieven een quick fix te vinden voor de hoge stress en burnout in hun organisatie. Maar alleen het inzetten van kantoorhonden en speltafels is niet genoeg. Ze leiden tot een korte verhoging in werkgeluk, maar op de lange termijn valt het effect tegen. Daarnaast benadrukken deze aanpassingen vooral dat medewerkers gelukkig moéten zijn, wat juist tot meer druk, stress en burnouts kan leiden.

Zo kan een CHO werkgeluk blijvend verhogen

Wat moet je dan wel doen om werkgeluk op de lange termijn te verhogen? Het begint met inzicht en daar kan een CHO zijn nut bewijzen. Een CHO zou zich in eerste instantie bezig moeten houden met het inventariseren van waar de schoen wringt. Werkgeluk is namelijk een breed concept, dat bestaat uit verschillende factoren die met elkaar in balans moeten zijn. Denk daarbij aan autonomie, verbondenheid, werkplezier, betekenisgeving en werkdruk. En juist het verbeteren van deze afzonderlijke factoren is de sleutel tot meer werkgeluk.

Dat je werkgeluk niet direct kunt beïnvloeden lijkt in eerste instantie vreemd, maar als we naar andere psychologische constructen kijken wordt het een stuk begrijpelijker. Ter illustratie: wil je in een woonwijk het veiligheidsgevoel verhogen, trek je niet simpelweg een blik ‘veiligheid’ open. Je zult je moeten richten op de factoren die te maken hebben met die veiligheid: afval op straat, graffiti in steegjes, verwaarloosde gebouwen, verlichting, enzovoort. Pak je die aan, dan verhoog je het gevoel van veiligheid. Zo zit het ook met werkgeluk.

Wanneer de onderliggende geluksfactoren langere tijd gemonitord worden, krijgt een CHO niet alleen inzicht in het gemiddelde geluksniveau van een team, maar ook in hun zogenoemde zwakke plek. De zwakke plek is een onderliggende factor van werkgeluk, waar werknemers beduidend lager op scoren. Als deze is opgespoord kan hij worden verholpen, waardoor geluk op een indirecte maar duurzame en wetenschappelijk gefundeerde manier verhoogd kan worden. Dat kan betekenen dat er behoefte is aan een kantoorhond, maar in de meeste gevallen is een andere maatregel effectiever.

Wetenschappelijke kennis is essentieel

Kortom, een CHO die het werken leuk probeert te maken door een pingpongtafel in de kantine te plaatsen, zal op de lange termijn niet slagen. Wil een CHO succes hebben, moet hij gericht te werk gaan door te focussen op de onderliggende factoren van werkgeluk. Wetenschappelijke kennis is in dit beroep dus wel degelijk van belang. Daar wringt de schoen, want helaas missen veel CHO’s dit fundament. Hun werk is daarom, hoewel met de beste bedoelingen, niet zo effectief als zou kunnen. Het is dus tijd voor de SCHO, de Scientific Chief Happiness Officer. De gezondheid van werkend Nederland staat op het spel.